onbepaald

{{onbepaald}}{{/term}}

1 [niet begrensd; onbeperkt] 〈bijvoeglijk naamwoord〉 illimité; 〈bijwoord〉 indéfiniment

2 [niet precies vastgesteld] 〈bijvoeglijk naamwoord〉 indéfini

3 [vaag] 〈bijvoeglijk naamwoord〉 vague; 〈bijwoord〉 vaguement

♦voorbeelden:

2   een vergadering voor onbepaalde tijd uitstellen • renvoyer une réunion sine die

     iets onbepaald verlengen • prolonger qc. pour une durée indéterminée

Deens-Russisch woordenboek. 2015.